Je bent al zo lang aan het vechten om alles draaiende te houden. Maar vanbinnen weet je: dat je dit niet kunt blijven volhouden.
Blijf je zo doorgaan… of kies je nu voor verandering?
Je doet alsof het gaat. Alsof je het allemaal wel aankunt. Je glimlacht. Je zorgt. Je functioneert. Maar vanbinnen? Ben je op. Zo. intens. moe. Moe van het vechten. Van elke dag jezelf bij elkaar rapen. Van sterk moeten zijn, terwijl je hart huilt om rust. Van je groot houden, terwijl je het liefst zou verdwijnen. Even niets hoeven. Niemand zijn. Gewoon weg.
Misschien weet je niet meer wie je eigenlijk bent. Onder die lagen van moeten, pleasen, doorgaan. Misschien voel je je al zo lang verdwaald, dat je vergeten bent hoe thuiskomen voelt. Je probeert wel… maar diep vanbinnen weet je: Ik loop vast. In mijn hoofd. In mijn lijf. In mijn leven.
Alsof alles steeds zwaarder wordt, en je de weg naar jezelf niet meer kunt vinden.
Je lijf weet het al lang. Die druk op je borst. Die onrust die je uit je slaap houdt. Die spanning in je kaken, je buik, je hele zijn. Je hoofd doet z’n best, maar iets in jou roept: ik trek dit niet meer. En toch… ben je hier. Je leest dit. En ergens in jou leeft nog iets zachts. Iets dat fluistert: ik wil thuiskomen. Bij mezelf.
Zonder masker. Zonder rol. Gewoon… jij. Hier ben je welkom. Met alles wat je voelt. Ook dat wat je nog nooit hardop hebt durven zeggen. Je hoeft het niet alleen te dragen. Ik ben hier. Ik zie je. Ik loop met je mee.
Als je klaar bent met overleven en verlangt naar écht leven.
